Een buitenspeler in het voorveld verzorgt de laatste balbehandeling bij een buitenaanval (van links), en zet een blok tegen een aanval van de tegenpartij. In het achterveld is de buitenspeler betrokken bij het passen van de bal gespeeld door de tegenpartij, en kan deze speler eventueel een 3-meter aanval doen.